Vertaal
Vertalingen hacer público ES>NL
hacer público (ww.) afkondigen (ww.) ; aflezen (ww.) ; afroepen (ww.) ; bekend maken (ww.) ; bekendmaken (ww.) ; openbaar maken (ww.) ; openstellen (ww.) ; oplezen (ww.) ; toegankelijk maken (ww.) ; vrijgeven (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `hacer público`
Voorbeeldzinnen laden....